De vuurdoorn (Pyracantha) is een sterke, gemakkelijk te onderhouden struik die weinig snoei nodig heeft als hij vrij kan groeien. Snoei is alleen nodig als je de vorm van de struik wilt verbeteren.
Snoeien van de Vuurdoorn
Als de vuurdoorn tegen een muur groeit, kun je hem wel snoeien. De vuurdoorn bloeit op takken die minstens twee jaar oud zijn en kan goed verjongd worden.
Nieuwe plant
Bij het planten van een nieuwe vuurdoorn, leid je de hoofdscheut omhoog. De zijtakken bind je horizontaal vast en snoei je met een kwart terug. Scheuten die niet in de gewenste richting groeien, snoei je helemaal weg.
Volgende jaren
De volgende jaren herhaal je dit: verwijder jonge scheuten die in de verkeerde richting groeien en halveer de zijtakken die horizontaal geleid worden. Snoei het beste na de bloei, eind juli of begin augustus. Laat de uitgebloeide bloemen zitten zodat er bessen kunnen vormen. Oude takken die niet bloeien kun je wegsnoeien, zodat nieuwe takken kunnen groeien.
Vuurdoorn als Haag
Als je de vuurdoorn als haag plant, snoei hem dan twee tot drie keer per jaar met de heggenschaar. Dit vermindert wel de bloei en de besvorming.
Verzorging van de Vuurdoorn
De vuurdoorn is een gemakkelijke plant die goed groeit op elke goed doorlatende, humusrijke grond. Hij houdt niet van veel kalk in de grond. Deze wintergroene struik heeft doorns en bloeit in mei met kleine witte bloemen in trossen. In het najaar verschijnen er oranje, oranjerode of gele bessen die geliefd zijn bij vogels.